Katten en rijtjes

21 augustus 2016 - Kyoto, Japan

Vierde dag in Japan. Tweede dag in Kyoto. Ons avontuur begon om stipt 9 uur ’s ochtends. Eerst met de metro /trein (ik weet gewoon niet hoe ik het moet noemen, want soms begint het vervoersmiddel ondergronds en bij de volgende stop staat het weer bovengronds. Het functioneert als een metro én als een trein. Een trein-metro; een treitro) naar Fushimi-Inari taisha. Daar konden we de vele oranje bogen (torii gates) aanschouwen. Het spreekt misschien voor zich, maar het waren er veel. Echt veel... Niet één rij, maar een hele berg stond er vol mee. Google en mijn lonely planet konden mij vertellen dat de Fushimi Shrine een van de belangrijkste shrines van alle shrines is die voor de Inari zijn gemaakt (Inari is een god van de rijst). Er wordt gedacht dat vossen de boodschappers van deze god zijn, waardoor het niet vreemd is dat ik veel vossen afbeeldingen en standbeelden heb gezien. Dat er zoveel Torii Gates zijn, komt doordat individuen het begonnen te doneren (hopend op geluk van de Inari god of aanzien). Google vertelt mij daarbij dat een kleine Gate rond de 400.000 yen kost, dus € 4000. Het waren dus donateurs met heel veel geld...

Fushimi inari shrine1Fushimi inari shrine6

Tijdens de wandeling door de vele bewonderenswaardige Torii’s kwam ik er trouwens achter dat Japanners misschien meer kat liefhebbers zijn dan ik! We zagen namelijk een kattencafé op weg naar Fushimi-Inari Taisha. Maar dat is nog niet het meest indrukwekkendste bewijs van mijn kleine theorie. Tijdens de wandeling tussen de Torii Gates namelijk, terwijl het grote aantal van de gates ons allemaal verblufte en de rustgevende geluiden van de bos ons in een soort droom meevoerde, riep één Japanner "neko!", ging op haar knieën zitten en begon gelijk foto’s te maken van het wilde dier. Alle Japanners vergaten op dat moment de schoonheid van de Torii’s en de rustgevende geluiden en *klik, klik, klik* maakten foto na foto van de kat intussen "Neko! Neko!" roepend.

 Met 36 graden op komst en een heldere lucht, besloten Cas en ik maar niet om de hele Inari berg te beklimmen. Toch waren we behoorlijk doorweekt met zweet toen we terug in de trein stapten richting Kyoto station. We negeerden onze plakkerige en klamme lichaamsdelen en gingen door naar de volgende stop: Kinkaku-ji, oftewel: de gouden tempel. Tijdens onze reis daarheen, kwamen we het volgende te weten over Japan. De bussen in Japan hebben soms dezelfde nummer maar gaan dan helemaal andere kanten op. Zo stonden we bij C1 voor bus 205 te wachten. Eenmaal gearriveerd vroegen we toch nog even voor de zekerheid of hij naar de gouden tempel rijdt (onze grote blunder op sunshine city stond namelijk nog vers in onze hoofd gegraveerd). Ja hoor, verkeerde bus. We moesten natuurlijk bus 205 bij busstop B3 hebben. Duh... Hup, weer de bus uit.

Nog een leuk feitje over Japan: Japanners houden van rijtjes maken. Ga je met de trein? Maak even een rijtje voor de deur. Bus? Rijtje voor de deur. Shinkansen? Rijtje. Restaurant? Rijtje... Conclusie tot nu toe: Japanners houden van rijst, katten en rijtjes.

De busrit naar Kinkaku-ji duurde 45 minuten. Eenmaal bij de gouden tempel was het half 1. Buiten was het inmiddels 36 graden. Onder de felle zon liepen we naar de tempel. 400 yen admission fee werd betaald (gelukkig, iets minder centjes in mijn beurs, want alhoewel de Japanners van centjes houden, is mijn beurs een pinpas gewend geraakt) en daar gingen we.

De Kinkaku-ji is een Zen tempel wiens bovenste twee vloeren in goudblad is bedekt (dank je, google!). Eromheen ligt water, bomen en stenen. De lucht boven ons was een heldere blauw. Er hingen maar een paar wolkjes in de lucht. We wrongen ons tussen de mensen om voorin een plekje te kunnen bemachtigen. *Klik,klik, klik* en de herinneringen werden vereeuwigd op de SD-kaart van mijn smartphone. Gelukkig maar, want ik zal dat moment graag nog een paar keer terug willen halen. De rest van de wandeling was minder indrukwekkend, maar de bomen boden een heerlijke schaduw en de omgeving straalde rust en vrede uit. Bij een stalletje proefden we nog even een yatsuhashi: een deeg gemaakt van (houd je vast...) rijst, dat in een driehoek is gevormd met binnenin iets van een pasta. De pasta kan verschillende smaken hebben: onder andere chocola, aardbei en rode bonen. Het rijstdeeg was apart om te proeven, maar niet slecht; gewoon onbekend. De chocolade smaak proefde vreemd genoeg nostalgisch. Het was lekker, maar duur. Souvenirs?  Daar waren genoeg winkeltjes van. Voorwerpen in de vorm van Lucky charms, speelkaarten, sjaals, sleutelhangers, mokken, noem het maar op. Maar duur. Erg duur. Een teleurstelling dus.  

Kinkaku-ji tempel5Kinkaku-ji tempel2

Toen we de exit bereikten, werden er opnieuw plannen gesmeed. De “philosophers wandeling” maken of toch naar de Kyoto imperial palace. Ja, toch maar de palace, want een wandeling maken in 36 graden klonk niet zo aanlokkelijk.

Kyoto Imperial Palace11Kyoto Imperial Palace4

We hadden echter niet gerealiseerd hoe groot het paleis was. Het gebouw op zich is een joekel van een ding, laat staan de tuinen en gebouwen eromheen. We liepen braaf een rondje om het gebouw, dat, vertelde bordjes ons, ooit het huis was van de keizerlijke familie (tot 1868, toen de keizer besloot dat Tokyo er toch leuker uit zag). Blijkbaar was het gebouw ooit afgebrand en was het in de daarop volgende jaren door heel Kyoto verplaatst, totdat uiteindelijk het huidige paleis was gebouwd. Buiten het paleis stonden brandweermannen en ambulances klaar. Voor het geval dat, werd ons verteld (leuk). Dat moedigde ons niet bepaald aan om de rest van de tuinen nog uitgebreid te bekijken. We namen genoegen met het enorme paleis (overigens een mooi houten gebouw met heel veel kamertjes en vreemd genoeg ook oranje delen) en liepen vervolgens door een paar tuinen naar de treitro.

De treitro bracht ons naar Nishiki market. Een lange straat met aan beide kanten kleine winkeltjes vol lekkernijen. We liepen er doorheen en besloten toen, moe van de hitte en van het veel lopen en reizen, terug te gaan naar onze herberg. Daar genoten we van beef curry als avondeten en een mango sapje, schreven we aan onze verhalen, rekenden we onze uitgaven uit en gingen we uiteindelijk lekker douchen en naar bed.

Nog meer ontdekt:

  • Busritten in Japan kosten standaard 230 voor volwassen. Het maakt niet uit waar je in- of uitstapt in tegenstelling tot Nederland. In Londen hebben ze een gelijksoortig systeem. Het is best handig als je ver moet reizen, maar minder als je maar één stop in de bus hoeft.  
  • Veel japanners liepen rond in een kimono. Een kimono is een traditionele kledij in Japan en wordt vaak gebruikt voor officiële gelegenheden (bijvoorbeeld een bruiloft). Het wordt ook vaak gedragen als men naar een festival gaat. Er was echter geen festival in de buurt en te veel mensen met een kimono om allemaal naar hun eigen officiële gelegenheid te gaan. Waarom er dan zoveel Japanners rondliepen in een kimono is dus nog een mysterie…

Foto’s

5 Reacties

  1. Ietje:
    22 augustus 2016
    Fijn om te horen dat japanners katten liefhebber zijn!
  2. Ietje:
    22 augustus 2016
    En hebben jullie problemen ondervonden door de orkaan die over Tokio kwam?
  3. Stèphan:
    22 augustus 2016
    Nice!
    like die 'weetjes' aan die onderkant ook ;)
  4. Annatjie:
    23 augustus 2016
    Treitro is leuk bedacht! Je conclusie: rijst, katten en rijtjes ook heel leuk, schatje! Ek sien jou vrolike gesiggie so voor my, geniet die pret.
  5. Steph:
    25 augustus 2016
    Lekker om te hoor en te sien van Japan en sy mense. Lyk my julle reis verloop voorspoedig met mooi, interessante plekke om te besoek. Hoe vorder met die taal?